Belastingplan 2026

Annelore van der Lint

Belastingplan 2026

Dit zijn de gevolgen voor u als ondernemer

Het Belastingplan 2026 bevat zowel verlichting als verzwaring voor ondernemers. Enerzijds verdwijnen er regels en gaan sommige belastingkortingen licht omhoog. Anderzijds worden de fiscale lasten zwaarder, bijvoorbeeld door een verdere verlaging van de zelfstandigenaftrek, strengere regelgeving in box 3 en nieuwe heffingen.

Tijdens Prinsjesdag 2025, onder een dubbel demissionair kabinet, zijn grote hervormingen en investeringen uitgebleven. Toch heeft het kabinet diverse fiscale wijzigingen aangekondigd die u als ondernemer direct zult merken. In de troonrede werd expliciet gewezen op de zorgen rond het ondernemersklimaat, in het bijzonder voor het mkb. De regeldruk is hoog en de lasten nemen toe. Tegelijkertijd belooft het kabinet vóór medio 2026 ongeveer 500 regels te schrappen of te vereenvoudigen. In deze blog leest u wat de belangrijkste fiscale veranderingen voor u betekenen.

Nieuwe pseudo-eindheffing voor zakelijke auto’s met CO₂-uitstoot

Vanaf 1 januari 2027 wordt een pseudo-eindheffing van 12% ingevoerd voor werkgevers die een auto met CO₂-uitstoot ter beschikking stellen voor privégebruik, waaronder woon-werkverkeer. Elektrische voertuigen vallen buiten deze regeling.

Let op: de heffing geldt niet voor auto’s die u vóór 2027 al in gebruik geeft, mits dit vóór 17 september 2030 gebeurt.

Wijzigingen in box 3: hogere lasten voor beleggers

Hoewel de invoering van belasting op werkelijk rendement pas in 2028 wordt verwacht, wijzigen de regels in box 3 al eerder:

  • Het fictieve rendement op overige bezittingen stijgt van 6% naar 7,78%.
  • Het heffingsvrije vermogen wordt verlaagd van €57.684 naar €51.396 per persoon.
  • Er komen strengere regels voor verhuur en het leveren van tegenbewijs, om constructies met belastingvoordeel te beperken.

Als ondernemer of belegger kan dit betekenen dat u sneller box 3-belasting verschuldigd bent en in veel gevallen meer gaat betalen.

Aanpassingen in tarieven en ondernemersregelingen

De belastingtarieven in box 1 worden per 2026 licht aangepast:

Schijf 1: 35,70%

Schijf 2: 37,56%

Schijf 3: 49,50% (ongewijzigd)

De arbeidskorting, algemene heffingskorting en ouderenkorting worden verhoogd, wat positief is voor werknemers. Voor ondernemers is het beeld minder gunstig:

De zelfstandigenaftrek daalt verder naar €1.200.

De MKB-winstvrijstelling blijft op 12,70%.

Minder regeldruk rond werkgebonden mobiliteit

De rapportageverplichting voor werkgebonden personenmobiliteit (WPM) wordt beperkt tot organisaties met 250 werknemers of meer (voorheen 100). Voor veel mkb-bedrijven betekent dit een administratieve verlichting.

Nieuwe regels voor fietsen van de zaak

De fiscale behandeling van zakelijke fietsen wordt verduidelijkt:

Indien een fiets niet of minder dan 10% van de tijd bij het woonadres van de werknemer wordt gestald, is bijtelling niet verplicht.

Wordt de fiets wel regelmatig thuis gestald, dan geldt de gebruikelijke bijtelling van 7% van de waarde van de fiets.

Deze aanpassing voorkomt onbedoelde belastingheffing bij het gebruik van bijvoorbeeld deelfietsen of campusfietsen.

Nieuw tarief voor overdrachtsbelasting op niet-hoofdverblijf

Vanaf 2026 geldt een nieuw tarief van 8% voor woningen die niet als hoofdverblijf worden gebruikt, zoals tweede woningen of panden voor kinderen.

Het lage tarief van 2% blijft bestaan voor een eerste eigen woning.

Starters tot 35 jaar blijven onder voorwaarden in aanmerking komen voor vrijstelling (0%) bij aankoop tot €555.000.

Voor niet-woningen (zoals bedrijfspanden) blijft het tarief op 10,4%.

Btw-tarieven: wijzigingen en blijvende regelingen

De voorgenomen verhoging van het btw-tarief op cultuur, media en sport van 9% naar 21% gaat niet door.

Voor logiesdiensten, zoals hotels en B&B’s, geldt vanaf 2026 wél het 21%-tarief (voorheen 9%).

RVU-regeling wordt permanent

De tijdelijke regeling voor vervroegde uittreding (RVU) wordt structureel. Werknemers kunnen tot drie jaar voor de AOW-leeftijd met pensioen, zolang de uitkering onder het jaarlijkse drempelbedrag blijft (€2.273 per maand in 2025, jaarlijks geïndexeerd). Voor werkgevers vervalt in dat geval de RVU-heffing.

Afschaffing fiscaal voordeel voor groen beleggen

De belastingvrijstelling voor groene beleggingen in box 3 wordt geleidelijk afgeschaft:

In 2027 is de vrijstelling nog €200 (€400 voor fiscale partners).

Vanaf 2028 verdwijnt de regeling volledig.

Het fiscale voordeel voor groen beleggen komt hiermee vrijwel geheel te vervallen.

Wijzigingen in erf- en schenkbelasting

Er zijn enkele belangrijke wijzigingen aangekondigd:

Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden worden standaard meegeteld voor de erfbelasting.

Biologische kinderen krijgen dezelfde rechten als juridische kinderen, mits het verwantschap via DNA is vastgesteld.

Bij huwelijkse voorwaarden met een scheve verdeling (zoals 90/10) wordt het meerdere boven de 50% als schenking belast.

De aangiftetermijn voor erfbelasting wordt verlengd van 8 naar 20 maanden.

Voorbereiden op 2026

Het is verstandig om nu al in kaart te brengen welke impact de voorgestelde maatregelen op uw onderneming kunnen hebben. Denk aan uw wagenpark, beleggingsportefeuille, pensioenregelingen voor personeel en onroerend goed. Heeft u vragen of wilt u advies op maat? Neem dan contact op met de boekhouders van onze partner Entrpnr.

Meer artikelen

Delen

Facebook
Twitter
LinkedIn

Heb jij nog een vraag?